Programmastanden
30-12-16
Heb je je wel eens afgevraagd hoe die programma’s op je camera nu eigenlijk werken? En wanneer gebruik je nu welk programma?
Op de huidige digitale programma’s vind je een aantal programma’s, te weten:
• (AUTO) Automaat
• (SCN) Scènekeuze
• (P) Program Auto
• (S) of (Tv) Sluitertijdvoorkeuze
• (A) of (Av)Diafragma voorkeuze
• (M) Manual – Handmatige belichting
• (SCN) Scènekeuze
• (P) Program Auto
• (S) of (Tv) Sluitertijdvoorkeuze
• (A) of (Av)Diafragma voorkeuze
• (M) Manual – Handmatige belichting
De meest gebruikte programma standen wanneer je creatief met je camera aan de slag wilt, zijn dat P, S, A, M.
N.B. Een Canon camera gebruikt Av als A stand en Tv als S stand.
N.B. Een Canon camera gebruikt Av als A stand en Tv als S stand.
Bij PSAM heb je al je functies beschikbaar die je camera heeft. Dat is heel wat anders dan wanneer je met de automaat werkt of met een van de scènekeuze toetsen. Dan zijn er maar een paar functies die je nog kan aanpassen.
Bij de automaat of scènekeuze, probeer dan eens op “Fn”, Info of DISP te drukken en kijk dan maar eens welke functies je nog mag aanpassen. Je zal zien dat de meeste functies “uitgegrijsd” zijn, dat wil zeggen dat je die opties niet kan aanpassen. Zet de camera daarna eens op PSAM en je zal zien dat na het drukken op “Fn”, Info of DISP je wel alle functies kan aanpassen.
Iets wat je moet weten bij het gebruik van de belichtingscorrectie knop.

Stel je gebruikt de stand “A” of “Av” dan stel je daar het diafragma mee in, bijvoorbeeld f/8.
Wanneer je nu ISO hebt ingesteld op bijv. ISO100, dan zal na de lichtmeting (ontspanknop half ingedrukt) een sluitertijd gekozen worden door de camera. Immers de camera kan alleen nog de sluitertijd bepalen omdat jij zelf de andere punten van de belichtingsdriehoek hebt vastgezet. Diafragma op f/8 en ISO op 100.
Ditzelfde zal gebeuren wanneer je de ‘S’-stand of ‘Tv’-stand gebruikt.
Stel je stelt de camera in op 1/125 sec. En ISO op 100, dan zal de camera na half indrukken van de ontspanknop (lichtmeting) met een waarde terugkomen voor het diafragma. Als je nu gebruik maakt van de belichtingscorrectie kan de camera alleen nog maar het diafragma kunnen aanpassen. De andere 2 punten heb je zelf al vastgezet.
De belichtingscorrectie knop is dus geen ‘geheime’ functie, maar grijpt in op hetgene wat jij nog niet vastgezet hebt.
Wanneer je nu ISO hebt ingesteld op bijv. ISO100, dan zal na de lichtmeting (ontspanknop half ingedrukt) een sluitertijd gekozen worden door de camera. Immers de camera kan alleen nog de sluitertijd bepalen omdat jij zelf de andere punten van de belichtingsdriehoek hebt vastgezet. Diafragma op f/8 en ISO op 100.
Ditzelfde zal gebeuren wanneer je de ‘S’-stand of ‘Tv’-stand gebruikt.
Stel je stelt de camera in op 1/125 sec. En ISO op 100, dan zal de camera na half indrukken van de ontspanknop (lichtmeting) met een waarde terugkomen voor het diafragma. Als je nu gebruik maakt van de belichtingscorrectie kan de camera alleen nog maar het diafragma kunnen aanpassen. De andere 2 punten heb je zelf al vastgezet.
De belichtingscorrectie knop is dus geen ‘geheime’ functie, maar grijpt in op hetgene wat jij nog niet vastgezet hebt.
AUTOMAAT (AUTO)
De ‘AUTO’-stand oftewel het bekende groene stand, wordt nog heel veel gebruikt.
Op zich is er niets mis met de AUTO-stand, alleen benut je maar gedeeltelijk de mogelijkheden die je met de camera hebt en reageert de camera helaas niet altijd voorspelbaar.
De automaat wordt steeds beter in het inschatten van de soort opname die je wilt maken, maar het levert toch al snel platte, bewegingsloze plaatjes op. Wil je creatiever aan de slag en alle mogelijkheden van de camera ontdekken, ga dan vooral fotograferen in één van de ‘P’ ‘S’ ‘A’ ‘M’ standen.
Op zich is er niets mis met de AUTO-stand, alleen benut je maar gedeeltelijk de mogelijkheden die je met de camera hebt en reageert de camera helaas niet altijd voorspelbaar.
De automaat wordt steeds beter in het inschatten van de soort opname die je wilt maken, maar het levert toch al snel platte, bewegingsloze plaatjes op. Wil je creatiever aan de slag en alle mogelijkheden van de camera ontdekken, ga dan vooral fotograferen in één van de ‘P’ ‘S’ ‘A’ ‘M’ standen.
Scènevoorkeuze (SCN)
Een scènekeuze is ook een automaat stand. Hier zitten geen geheime functies onder verborgen die je met de PSAM stand niet zou kunnen gebruiken.
De basis scene voorkeuze standen zijn:
• Portret - maakt de achtergrond onscherp, zodat personen duidelijker naar voren komen. Ook worden de tinten van de huid en het haar zachter gemaakt
• Sport - voor het fotograferen van een bewegend onderwerp, bijvoorbeeld een rennend kind of een rijdende auto.
• Landschap - voor panoramafoto's, opnamen in de avond of om alles van dichtbij tot veraf scherp in beeld te krijgen. Groene en blauwe kleuren worden in deze modus levendiger en de opname wordt scherper
• Close-up – Als je bloemen of kleine onderwerpen van dichtbij wilt fotograferen.
• Nachtportret - als je 's avonds iemand wilt fotograferen en een natuurlijk uitziende belichting in de achtergrond wilt hebben.
• Portret - maakt de achtergrond onscherp, zodat personen duidelijker naar voren komen. Ook worden de tinten van de huid en het haar zachter gemaakt
• Sport - voor het fotograferen van een bewegend onderwerp, bijvoorbeeld een rennend kind of een rijdende auto.
• Landschap - voor panoramafoto's, opnamen in de avond of om alles van dichtbij tot veraf scherp in beeld te krijgen. Groene en blauwe kleuren worden in deze modus levendiger en de opname wordt scherper
• Close-up – Als je bloemen of kleine onderwerpen van dichtbij wilt fotograferen.
• Nachtportret - als je 's avonds iemand wilt fotograferen en een natuurlijk uitziende belichting in de achtergrond wilt hebben.
Program AUTO (P)
De ‘P-stand’ is ook de zgn. AE (Auto-Exposure of automatische belichting)
De P-stand wordt ook wel de P van Prima of de P van Problem stand genoemd.
De P-stand is bijna hetzelfde als de AUTOMAAT met dat verschil dat je nu wel alle functies ter beschikking hebt, zoals flitser automatisch ingesteld, AF-modus, transportmodus, ISO instelling, witbalans, lichtmeetmethode.
Dit zijn de functies die bij de AUTOMAAT niet beschikbaar zijn. De AUTOMAAT wil dit immers zelf instellen.
De P-stand wordt ook wel de P van Prima of de P van Problem stand genoemd.
De P-stand is bijna hetzelfde als de AUTOMAAT met dat verschil dat je nu wel alle functies ter beschikking hebt, zoals flitser automatisch ingesteld, AF-modus, transportmodus, ISO instelling, witbalans, lichtmeetmethode.
Dit zijn de functies die bij de AUTOMAAT niet beschikbaar zijn. De AUTOMAAT wil dit immers zelf instellen.
Sluitertijdvoorkeuze (S) of (Tv)
In deze stand stel je zelf de SLUITERTIJD in en de camera bepaalt het diafragma aan de hand van de lichtmeting.
De ‘S’-stand gebruik je met name als je volledige controle wilt hebben over de sluitertijd
De ‘S’-stand gebruik je met name als je volledige controle wilt hebben over de sluitertijd
Diafragmavoorkeuze (A) of (Av)
In deze stand stel je zelf het DIAFRAGMA in en de camera bepaalt de sluitertijd aan de hand van de lichtmeting.
De ‘A’-stand gebruik je vooral bij opnamen waar het gaat om een foto te maken met scherptediepte
De ‘A’-stand gebruik je vooral bij opnamen waar het gaat om een foto te maken met scherptediepte
Handmatige belichting (M)
Bij handmatig belichten gaat het er om dat je zelf de sluitertijd én het diafragma instelt en maar hopen dat het allemaal goed komt. De kans dat hier iets fout gaat met de belichting is groter. Het is de beste manier trouwens om de belichtingsdriehoek helemaal onder de knie te krijgen.
Gelukkig biedt de camera jou een hulpmiddel in de vorm van een lichtmeter.
Gelukkig biedt de camera jou een hulpmiddel in de vorm van een lichtmeter.
Deze ‘M’-stand vergt wat meer oefening om hiermee snel aan de slag te gaan.

In de ‘M’-stand fungeert de belichtingscorrectie liniaal als lichtmeter. Zodra je aan de knoppen draait om het diafragma of de sluitertijd of ISO aan te passen, zal je het punt onder de liniaal zien bewegen naar links of rechts.
Je moet dus net zolang draaien totdat je de gewenste belichting krijgt.
Je moet dus net zolang draaien totdat je de gewenste belichting krijgt.
Het is best wel lastig om uit te zoeken welke knop/draaiwieltje je nu moet gebruiken om de sluitertijd in te stellen en welke knop/draaiwieltje je moet gebruiken om het diafragma in te stellen.
Beschikt je camera over een draaiwieltje zowel aan de voorkant als de achterkant, dan zijn dat de wieltjes die je moet gebruiken voor het instellen van de sluitertijd en het diafragma.
Beschikt je camera maar over één draaiwieltje dan is dit meestal voor de instelling van de sluitertijd in de ‘M’ stand. Het diafragma stel je dan in middels een knop die je in moet drukken en daarbij aan het draaiwieltje draaien. (Kijk altijd goed wat functie er is geselecteerd)
Beschikt je camera over een draaiwieltje zowel aan de voorkant als de achterkant, dan zijn dat de wieltjes die je moet gebruiken voor het instellen van de sluitertijd en het diafragma.
Beschikt je camera maar over één draaiwieltje dan is dit meestal voor de instelling van de sluitertijd in de ‘M’ stand. Het diafragma stel je dan in middels een knop die je in moet drukken en daarbij aan het draaiwieltje draaien. (Kijk altijd goed wat functie er is geselecteerd)

In de ‘P’, ‘S’ en ‘A’ stand fungeert deze knop als belichtingscorrectie, in de ‘M’-stand moet je deze knop indrukken en tegelijkertijd aan het draaiwieltje draaien om het diafragma te kunnen veranderen.
In de ‘M’-stand zal de liniaal van de belichtingscorrectie gebruikt worden als lichtmeter. Ook hier betekent de meter op “0” een neutrale belichting. Dus draai net zo lang aan de “sluitertijd” en “diafragma” totdat deze op “0” staat. Óf je kan zo ook devover- of onderbelichting regelen. Immers in de ‘M’-stand werkt de belichtingscorrectie knop niet meer.
TIP: Ook in de A of Av-stand kan je indirect de sluitertijd beïnvloeden dmv. de ISO instelling.
Je stelt zelf het diafragma in, bijv. f/8. Er vanuit gaand dat de ISO op 100 stond, zal je een bepaalde sluitertijd krijgen onder de gegeven lichtomstandigheden, als je de ontspanknop half indrukt. Als de sluitertijd wat te langzaam is om uit de hand te nemen, stel je de ISO in naar bijv. ISO400. Je zal zien dat de sluitertijd dan aangepast wordt door de camera. ( zie hoofdstuk over “Belichtingsdriehoek”)
Probeer het maar eens uit.
Je stelt zelf het diafragma in, bijv. f/8. Er vanuit gaand dat de ISO op 100 stond, zal je een bepaalde sluitertijd krijgen onder de gegeven lichtomstandigheden, als je de ontspanknop half indrukt. Als de sluitertijd wat te langzaam is om uit de hand te nemen, stel je de ISO in naar bijv. ISO400. Je zal zien dat de sluitertijd dan aangepast wordt door de camera. ( zie hoofdstuk over “Belichtingsdriehoek”)
Probeer het maar eens uit.
Heel veel succes met het maken van creatieve foto’s in één van de programmastanden.
Categorie: Blog
Labels: programmastanden
https://www.fotosemeins.nl/info/Blogs/programmastanden
Heel knap uitgelegd !! verstaanbaar
BeantwoordenVerwijderen