donderdag 22 juni 2017

Zonnekap, Zin of Onzin ?

Zonnekap, Zin of Onzin ?

Zonnekap, Zin of Onzin ?


zonnekap: Zin of Onzin ??





Er zijn een aantal redenen waarom jij de zonnekap altijd moet gebruiken:

-      Ter voorkoming van lensflare. Maar wat is lensflare eigenlijk
-      Ter bescherming van je objectief
-      Waarom hebben zonnekappen verschillende vormen ?
-      Binnen en buiten heb je strijklicht


TIP: Maak regelmatig je frontglas en/of filter schoon ter voorkoming van lensflare

Ter voorkoming van lensflare. Maar wat is lensflare eigenlijk ?
 

Een objectief bestaat uit een aantal lenzen-elementen.

Wanneer licht onder een bepaalde hoek binnenkomt, bestaat de mogelijkheid dat het licht gaat weerkaatsen tussen de verschillende lenselementen. Dit levert hinderlijke lensflare op die je niet zomaar even ‘wegpoetst’ met bijv. Photoshop. Voorkomen is beter dan genezen !!
Ook binnenshuis kan dit optreden door bijvoorbeeld een spot aan het plafond
          

Heb je nog steeds last van lensflare probeer dan met je hand het zonlicht af te schermen. De zonnekap biedt helaas geen 100% garantie dat je nooit meer lensflare krijgt. De kans op lensflare is het grootst wanneer je met tegenlicht opnames maakt. Maar het kan ook een creatieve toevoeging zijn.

Eigenlijk is zonnekap een verkeerd woord, anti-reflexie kap zou beter zijn.
Dit is niet wat je wilt,



Een Zonnekap kan je zo zien, Als je door een winkelruit wilt kijken dan spiegeld deze en belemmerd je zicht, als je hand boven je ogen houd dan kijk je er gelijk veel beter doorheen.
Dat maar dan uiteraard omgekeerd gebeurt ook met je objectief het licht wat belangrijk is wordt niet verstoort door strijklicht. Het gevolg is dat je foto contrastrijker en scherper wordt


Dit is wat je wilt,




Ter bescherming van je objectief

Een extra reden om je zonnekap te monteren is ter bescherming van je objectief.

Zie de zonnekap als ‘bumper’ die je voor je objectief zet.

De zonnekap beschermt je objectief tegen vingerafdrukken op de frontlens, stoten en allerlei vuil en stof.

Waarom hebben zonnekappen zoveel verschillende vormen ?

Wanneer je gaat zoeken naar zonnekappen, zal je zien dat er heel veel vormen te koop zijn. De belangrijkste reden is, op welk soort objectief moet de zonnekap komen ? (groothoek, prime, groothoek- of telezoom objectief)
 


Over het algemeen hebben (zoom)objectieven met een redelijke groothoek zo’n bloemvormige (petal) zonnekap.
Zie de illustratie hierboven. Dit laat goed zien hoe de lichtstralen het objectief binnenkomen en het licht doorlaat in een rechthoekige vorm van de sensor.
Prime objectieven en tele-objectieven met vast brandpunt hebben meestal een ronde vorm. Zij hebben immers een kleinere kijkhoek.

Gebruik alleen die zonnekap die voor jouw objectief geschikt is.
Lees de specificaties van je objectief er maar op na welke zonnekap geschikt is. De zonnekap is geoptimaliseerd voor jouw objectief.
Ter voorkoming van lensflare en vignettering.

Conclusie:

Het is dus verstandig om je zonnekap altijd op je objectief te monteren en is zeker geen onzin.

Het is soms wat lastig om je polarisatiefilter te gebruiken wanneer de zonnekap erop zit. Dit vergt wat handigheid, maar het hoeft je niet te beletten om de zonnekap erop te laten zitten.

Heel veel fotografie plezier mét je zonnekap en nu altijd gebruiken ! Toch ?

https://www.fotosemeins.nl/info/Blogs/Zonnekap_Zin_of_Onzin_

dinsdag 20 juni 2017

Objectieven en Brandpunt Deel 2

Objectieven en Brandpunt Deel 2

Objectieven en Brandpunt
Deel 2
 

Interieur Abdijklooster Rolduc - Kerkrade

In deze 2e blog komen de volgende onderwerpen aan bod:

-      Spiegel opklappen of toch niet ??
-      Inzoomen met je voeten
-      Welk type fotografie wil ik graag beoefenen ? met welk objectief ?



 De algemene vuistregel voor het uit de hand fotograferen met objectieven die een grote brandpuntsafstand hebben, is:
Voor ‘gewone’ groothoekobjectieven geldt de algemene regel dat 1/30sec de minimale sluitertijd is om uit de hand te kunnen fotograferen.

Voor objectieven met een langer brandpunt, dus vanaf +/- 100mm, geldt de bovenstaande vuistregel.

Ik ga er voor het gemak even vanuit dat je geen optische stabilisatie hebt.
Wanneer je een stabilisatie gebruikt ‘Optical Image Stabilisator’ kan je misschien wel 1 á 2 stops terug in sluitertijd.
Voor de zekerheid, fotografeer vanaf statief om teleurstelling van bewogen beelden te voorkomen.

Spiegel opklappen of toch niet ?


 De spiegel opklappen is een manier om onnodige trillingen te voorkomen tijdens het maken van foto’s met  ‘lange’ sluitertijden.

In principe is dit waar, maar heeft niet zo heel veel zin wanneer je gebruik maakt van héle lange sluitertijden.

Laat me dit even uitleggen.

       Sluiter
tijd
20 sec
10
sec
2
sec
1
sec
1/5 sec
1/10 sec
1/20 sec
1/100 sec
1/200 sec
Factor
     200x
    100x
      20x
       10x
       2x
      1x
     0,5x
      0,1x
     0,05x

Bij sluitertijden langer dan pakweg 10 seconden heeft het opklappen van de spiegel niet zo heel veel zin meer. De trilling die veroorzaakt wordt door de sluiter heeft dan geen invloed meer op je foto.

De trilling t.g.v. het omhoogklappen van de spiegel duurt +/- 0,1 sec.

Zoals je hierboven ziet, bestaat er een (rood) gebied waarbij de trilling van je spiegel wel degelijk invloed kan hebben, die waarden liggen ergens tussen de 10s en 1/20 sec.

De factor geeft de verhouding aan van de totale tijd dat de sluiter open staat t.o.v. de tijd dat de sluiter trilde.

Via het menu van je camera kan je de spiegel opklappen.
Vaak wordt dit aangeduid met “MUP” (Mirror UP).

Inzoomen met je voeten

‘Zoomobjectieven maakt ons fotografen lui.’

Dat is waar, maar soms kan je niet anders, omdat je er simpelweg te ver vanaf staat en niet dichterbij kan komen of het is niet verstandig om dichterbij te komen. (denk aan roofdieren)

Zoals je in de bovenstaande foto’s kan zien, kan je met verschillende brandpuntsafstanden dezelfde soort foto krijgen. Het grote verschil is echter dat de achtergrond als het ware in elkaar gedrukt wordt bij telefoto’s. Je gevoel voor afstanden raak je kwijt.

Als het even kan, probeer dan naar je onderwerp toe te gaan voor betere en mooiere beeldvullende foto’s.
Dat is beter dan achteraf croppen (bijsnijden) van je foto. Je houdt immers veel meer pixels over. Het levert een intiemere en scherpere foto’s op wanneer je tijdens het maken van de foto je onderwerp beeldvullend hebt, als het kan zónder zoomen.

Welk type fotografie wil ik graag beoefenen ? met welk objectief ?

Een veel gehoorde ‘marketingkreet’ is, dat je objectief een zoomfactor van bijv. 10, ofwel 10x zoom. Op zich zegt dat nog helemaal niets.

Een zoomobjectief van bijv. 10-100mm heeft ook een zoomfactor van 10x. Maar heb je dan echt zoveel ingezoomd ? Niet echt dus.

Uiteindelijk gaat het om het grootste brandpuntsafstand om je onderwerp zo dichtbij mogelijk te halen en hoe dichtbij kan je de foto nemen.
Stel je hebt een objectief met een vast brandpuntsafstand van 600mm.
Puur naar de letter is dit geen zoomobjectief, immers, je kan niet inzoomen, maar je hebt de beschikking over een vast brandpuntsafstand.

De term ‘Zoomobjectief’ wil alleen maar zeggen: een objectief met een variabele brandpuntsafstand.

35-420mm is +/- 12x zoom. Maar 17-200mm is ook +/- 12x zoom.

Hoe groot de zoomfactor is of zoveel maal optische zoom zegt eigenlijk nog niets over hoe groot je nu eigenlijk je onderwerp is met een bepaald brandpuntsafstand. Wat wel waar is: hoe groter je brandpuntsgetal is, des te meer kan je een onderwerp beeldvullend maken. Kijk nog eens naar m’n vorige blog.

Een 50 mm brandpuntsafstand op een Full-Frame camera komt ongeveer overeen met ons menselijk oog qua beeldhoek en afstand.

Een brandpuntsafstand <50 mm noemen we groothoek en >50 mm noemen we tele. Een prime objectief is in principe een objectief met vast brandpunt en ligt ergens tussen de 50mm en 85mm.


 Om zo maar eens een paar voorbeelden van fotografie te noemen:
-      vogelfotografie (tele)
-      vliegtuigspotters (tele)
-      natuur- en landschapsfotografie (groothoek en tele)
-      straatfotografie  (groothoek en tele)
-      architectuurfotografie (vnl. groothoek objectieven)
-      macrofotografie (bij voorkeur macro objectief)
-      portretfotografie (prime en tele)
-      sportfotografie (tele)
-      reisfotografie (groothoek, prime en tele of telezoom
(bijv. 18-200mm)

Ik ben er zeker van dat ik er een aantal vergeten ben, maar misschien krijg je zo een idee wat je zoal nodig hebt.

Heel veel succes met je (zoom) objectief !!


https://www.fotosemeins.nl/info/Blogs/Objectieven_en_Brandpunt_Deel_2

donderdag 8 juni 2017

Objectieven en Brandpunt Deel 1

Objectieven en Brandpunt Deel 1

Objectieven en Brandpunt
Deel 1
Een veel gehoorde vraag is welk brandpunt moet ik nu eigenlijk kiezen. Dit hangt ontzettend af van het wat je wilt gaan fotograferen.
Moet het een vast brandpunt zijn of eentje met variabele brandpunt (zoom).

In principe is het zo dat een objectief met vast brandpunt de beste resultaten oplevert. En de reden is dat er bij dit type objectief er geen concessies gedaan hoeven te worden. Het objectief is optimaal gedimensioneerd om dat ene (vaste) brandpunt te kunnen halen. Je voeten zullen dus voor de zoom moeten zorgen als dat nodig is.

Een zoom-objectief, dus een objectief met variabel brandpunt is erg comfortabel, je kan ter plekke je compositie en uitsnede maken.
In z’n algemeenheid is het zo dat hoe groter je zoombereik is, des te meer concessies je zal moeten doen qua kwaliteit, scherpte en vervorming.





Onderwerpen van deze blog
Deel 1:
-      Brandpuntsafstand
-      Brandpunt verlengen met een converter
-      Welke cropfactor heeft jouw camera ?
-      Zoombereik


Brandpuntsafstand

Vuistregel
Stel je hebt een onderwerp dat +/- 15 cm in het vierkant is en je wilt dat beeldvullend hebben en je afstand tot het onderwerp is 50cm dan krijg je dat voor elkaar als je dat met een objectief met brandpuntsafstand van +/- 50mm.
Wanneer je er bijv. +/- 200cm vanaf staat moet je om het zelfde resultaat te krijgen een brandpuntsafstand gebruiken van +/- 200mm.
Dus alles valt of staat hoe groot je onderwerp is en in welke mate je het beeldvullend wilt hebben.

Onderstaande illustratie laat dat mooi zien.

Brandpunt verlengen met een converter

Een converter is een apparaat wat je tussen de body en het objectief plaatst. Het doel van een converter is om de brandpuntsafstand van je objectief te vergroten/verlengen.

Stel je hebt een teleobjectief met een 300mm brandpuntsafstand, dan wordt de brandpuntsafstand na plaatsing van een 1.4x of 2x converter resp. 420 mm en 600mm.
In z’n algemeenheid zal je converters vooral toegepast zien bij objectieven die al een behoorlijk lange brandpuntsafstand hebben.
(bijv. zoom objectief 100-400mm)

Waar moet je op letten:

-      desbetreffende converter moet geschikt zijn voor jouw tele-objectief (kijk de specificaties van de converter er op na!)
-      zijn alle functies beschikbaar zoals de automatische scherpstelling

Een nadeel van zo’n converter is dat je 1 tot 2 stops licht kwijt raakt.

Cropfactor


De cropfactor bepaalt uiteindelijk hoeveel informatie er op je sensor valt.
(zie de illustratie hierboven)

Het getal geeft aan hoeveel maal kleiner de sensor is t.o.v. een Full-Frame sensor.

De afmetingen van een Full-Frame sensor zijn 36x24mm.  De oppervlakte van de sensor is 864mm2
Een APS-C sensor meet 22,5x15 mm met een oppervlakte van 337,5mm2

Stel je voor jouw camera heeft een zgn. APS-C sensor.

De oppervlakte van de Full-Frame sensor tov APS-C sensor is 864 mm2 / 337,5 mm= is factor 2,56.
Totale oppervlakteverschil tussen FF en APS-C is dus 2,56.
Dit betekent dat de lange zijde en de korte zijde van de APS-C sensor ieder 1,6x korter zijn (1,6x1,6=2,56). Zie hier de crop-factor van 1,6 !

Koop je een 18-200mm zoomobjectief voor een APS-C sensor dan zijn de reële waarden voor de brandpuntsafstand eigenlijk 28,8-320mm. Iets minder groothoek maar meer telebereik.

Zoombereik

Om je een idee te geven wat zoom betekent heb ik bovenstaande foto ingevoegd. Het laat je het zoombereik zien van een 16-200mm objectief.
In de rechthoeken staan brandpuntsafstanden. De desbetreffende rechthoek met bijv. 200mm zal je na inzoomen beeldvullend zien. Dat geeft je een beetje een idee hoeveel je kan inzoomen.

In deel 2 zal ik nog een paar gerelateerde onderwerpen zien.

Heel veel succes met je tele(zoom) objectief en haal jouw wereld dichterbij !!



https://www.fotosemeins.nl/info/Blogs/Objectieven_en_Brandpunt_Deel_1





donderdag 1 juni 2017

Verborgen” functies van je camera deel 2

Verborgen” functies van je camera deel 2

“Verborgen” functies van je camera
deel 2

Je camera is een ingewikkeld technisch apparaat met heel veel functies die je kan gebruiken. Sommige opties zijn goed verstopt in het menu. Waarvoor gebruik je ze en waarom zou je ze gaan gebruiken.

Onderstaande ‘verborgen’ functies komen in deze blog deel 2 aan bod:

-      Gebruik van AEL of AFL
-      Altijd weer die onbedoelde donkere schaduwen !

Gebruik van AEL óf AFL

In z’n algemeenheid zal je de functies AEL (Auto Exposure Lock) en AFL (Auto Focus Lock) op veel camera’s tegenkomen.

Bij Canon heet de AFL functie ‘AF-ON’ wat staat voor scherpstelvergrendeling.
De AEL functie wordt bij een Canon camera aangeduid met de ‘*’.

De gedachte van deze functies is dat je of de belichting of de scherpstelling doet op een ander plaats dan waar je de foto maakt.

Normaal gesproken zal bij het indrukken van de ontspanknop zowel licht gemeten worden als scherpgesteld. Door één van de functies AFL of AEL te gebruiken, zorg je er dus voor dat de desbetreffende functie eerst uitgevoerd wordt.

Bij AEL heb je controle over het feit waar de camera gaat licht meten.
Met AFL kan je van te voren scherpstellen en daarna herkaderen met behoud van de scherpstelling.

Voorbeeld: Stel je wilt een landschapsfoto maken. Dan heeft de lichte lucht vaak overhand op de lichtmeting met als gevolg dat de lucht goed belicht is en de ondergrond (zwaar) onderbelicht. Voordat je de foto maakt richt je camera een beetje naar beneden en druk AEL in. Nu wordt de belichting vastgezet. Richt nu de camera weer zoals je foto wilt maken en druk af.


Het resultaat zal zijn dat je ondergrond goed belicht wordt en je lucht  overbelicht. Het komt er op neer dat je van te voren een goed punt moet zien te vinden waar je de belichting op vastzet.

TIP: om in deze situatie ook goed de balans te vinden in belichting bij o.a. landschapsfoto’s, kan je ook gebruik maken van een zogenaamd “Grad-filter” (grijs-verloopfilter).
Zie ook mijn blog over “Waarom filters?”

Altijd weer die onbedoelde donkere schaduwen !

Als je gaat fotograferen in een contrastrijke omgeving (groot verschil tussen licht en donker) zullen er al gauw donkere schaduwen ontstaan waarin weinig details meer te zien zal zijn, bijvoorbeeld op een zonovergoten dag.

Dan wordt het tijd om eens te gaan experimenteren met onderstaande opties die in je camera ingebouwd zijn, maar die je wellicht nog nooit echt gebruikt hebt:

  • Veranderen van lichtmeetmethode
  • Dynamisch bereik aanpassen
    • DRO (dynamic range optimizer)
    • Active D-Lighting
    • Auto Lighting Optimizer
    • D-rng - Dynamisch bereik

Veranderen van lichtmeetmethode

Als je een foto maakt, zal er eerst licht gemeten worden en dienovereenkomstig zal de instelling van je camera ingesteld worden.
Om je camera te sturen om een goede belichting te krijgen, kan je de lichtmeetmethode aanpassen.
Hiermee geef je aan hoe de camera het licht moet meten.

Elk cameramerk en type heeft er een andere benaming voor.
Veel voorkomende lichtmeetmethoden zijn:

  • Matrixmeting of veldmeting of meervlaksmeting
  • Deelmeting
  • Centrum-gewogen lichtmeting
  • Spotmeting

TIP: lees ook eens de blog over lichtmeetmethoden.


Dynamisch bereik aanpassen




Met deze optie kan je niet echt het dynamisch bereik van de camera aanpassen, maar door nacalculatie in de camera kan het er wel voor zorgen dat schaduwen wat minder donker worden en dus meer details laat zien.
Ook hier geldt weer dat elk cameramerk deze optie anders noemt.

  • Canon - Auto Lighting Optimizer
  • Nikon - Active D-Lighting
  • Sony – DRO Dynamic Range Optimizer
  • Fujifilm – D-rng - Dynamisch bereik

Als je een ander merk camera hebt, sla de gebruiksaanwijzing er eens op na, welke instelling je moet instellen voor jouw camera.

De voornaamste reden waarom je die donkere schaduwen gaat zien is omdat je camera een bepaald dynamisch bereik heeft.

Elke camera heeft een bepaald dynamisch bereik, oftewel wat kan de camera vastleggen voor wat betreft het aantal stops aan licht.
De meeste camera’s kunnen +/- 8-10 stops licht vastleggen en op zon overgoten dagen heb je te maken met een veel groter dynamisch bereik.

De opties die ik hier boven heb beschreven, zorgen ervoor dat vooral de schaduwen en donkere tinten wat opgelicht worden, zodat je daar nog details kan waarnemen.

Zie ook een uitgebreide uitleg over dynamisch bereik in m’n HDR fotografie blog

Bij de meeste camera’s kan je niveaus instellen waarop de camera het dynamisch bereik moet aanpassen, maar overdrijf het niet.
Het geeft zeker betere resultaten, maar in een foto met veel contrast moet er ook wat schaduw in zitten, anders oogt het heel onnatuurlijk.




Weten jullie nog meer goed verstopte functies, laat het me dan even weten.

Ga zelf ook eens experimenteren met deze functies en kijk vooral hoe dat je kwaliteit van je foto’s kan helpen !!

Veel succes !!

https://www.fotosemeins.nl/info/Blogs/Verborgen%E2%80%9D_functies_van_je_camera_deel_2