donderdag 19 januari 2017

Wat doet de lichtmeter

Wat doet de lichtmeter


De camera is uitgerust met een lichtmeter voor het meten van reflecterend licht van je onderwerp.
Afhankelijk van de instellingen, zal de camera licht gaan meten op het moment dat de ontspanknop half wordt ingedrukt.
De lichtmeter bestaat uit een aantal lichtcellen die elk afzonderlijk het licht meten.
Aan de hand van de lichtmeetmethode die je gebruikt, zal er een formule losgelaten worden en wordt hiermee de uiteindelijke belichting berekent.
In z’n algemeenheid onderscheiden we de volgende lichtmeetmethoden:
- Matrixmeting of Veldmeting of Meervlaksmeting
- Deelmeting
- Centrum Gewogen lichtmeting
- Spotmeting
N.b. welke lichtmeetmethoden jouw camera heeft, is sterk afhankelijk van het merk camera en type.

Hoe en wanneer gebruik je een andere lichtmeetmethode en wat zijn de effecten?

De lichtmeter in je camera meet het gereflecteerde licht van je onderwerp in tegenstelling tot een lichtmeter die je apart van de camera gebruikt. Deze kan zowel het opvallende licht op je onderwerp als het reflecterende licht meten.
De lichtmeter meet het licht afhankelijk van je instelling en voert een berekening welk percentage van het beeld meeweegt in de berekening.
- Matrix- , Veld- of Meervlaksmeting – alle lichtcellen worden gebruikt
- Deelmeting - +/- 10% van je beeld
- Centrum Gewogen meting – telt voor 60-80% het centrum mee.
- Spotmeting 2-5% van het licht gemeten
De matrix- of veld- of meervlaksmeting is de meest algemene gebruikte lichtmeetmethode en zal in de meeste omstandigheden volstaan.
Er zijn echter aan aantal omstandigheden waar je betere resultaten zult bereiken door te kiezen voor een andere lichtmeetmethode.
Het andere uiterste van meervlaksmeting is de spotmeting.
Spotmeting wordt vaak bij tegenlichtomstandigheden om de donkere delen in je foto goed te belichten, oftewel om ervoor te zorgen dat het onderwerp wat je in elk geval goed belicht wilt hebben, dat dat ook gebeurd.
Stel je wilt een foto maken van iemand onder een boom op een heldere dag met veel zonneschijn. Bij meervlaksmeting resulteert zo’n foto in een goed belichte lucht, maar je onderwerp onder de boom zal zwaar onderbelicht zijn. Wanneer je spotmeting instelt, zal dit resulteren in een goed belicht onderwerp, maar zal de lucht zwaar overbelicht zijn. Immers op een foto kan maar één type belichting toegepast worden.
Bij hele scherpe contrasten, dus plaatsen met veel licht en donkere schaduwen zal het meest uitdagend zijn om daar een goed belichte foto te maken.
(zie ook blog over filters en met name het gebruik van het grad filter)
De deelmeting en centrumgewogen lichtmeetmethode zijn lichtmetingen die tussen de matrixmeting en spotmeting in zitten.
Probeer op jouw camera eens uit of je verschillen ziet in de typen lichtmeetmethoden die je gebruikt.
Vanwege het feit dat de lichtmeter je onderwerp zo neutraal mogelijk probeert te belichten (0 EV) kan het in een aantal gevallen voorkomen dat deze instelling aangepast moet worden met de belichtingscompensatie.

 De wereld om ons heen wordt gezien als 50% grijs in de ogen van de lichtmeter en zal de camera als zodanig instellen.
Het beste voorbeeld hiervan wanneer je foto’s maakt van een wit veld papier, een grijs vel en een zwart vel.
Wanneer je geen maatregelen neemt, zal elk vel papier een grijze foto opleveren.
Dat is te voorkomen door met de belichtingscompensatie aan de gang te gaan.
Of in de “M”-stand moedwillig over- of onder te belichten.
TIP: fotografeer je in de sneeuw zal de camera daar heel veel wit ontdekken. Om nu de sneeuw ook daadwerkelijk wit te laten worden op je foto, moet je dus 1 of 2 stops overbelichten.
Conclusie: wanneer je met de camera aan gang gaat met lichtmeten, heb je te maken met:
- Welke lichtmeetmethode kies ik ?
- Wat is de overwegende intensiteit van m’n onderwerp (zwart of wit) ?
Heel veel succes met het goed BELICHTEN van je onderwerp !!

maandag 9 januari 2017

Waarom Filters ?

Waarom filters?

Filters zijn een extra accessoire op je objectief en heeft een specifiek doel. Goed om te beseffen dat elk filter licht wegneemt. Des te beter de kwaliteit van het filter des te minder afwijkingen je introduceert op je objectief. Ga je voor kwaliteit, dan gebruik je ook een goede kwaliteit filter.

Welke meest gangbare filters zijn er zoal beschikbaar?
• UV-filter
• Polarisatiefilter
• Grijs filter en/of ND Fader
• Grad filter

UV-filter

Het UV-filter is een populair filter, die vaak verkocht wordt ter bescherming van het frontglas van het objectief.
Over het nut van het UV-filter zijn de meningen nogal verdeeld.
Als het puur gaat om het tegenhouden van UV-straling, zal een UV-filter vaak niet zo veel doen. Op de hoogte waar wij wonen (Nederland, België) is het niet perse noodzakelijk om een UV-filter te gebruiken. Ga je richting de Alpen, op grotere hoogte dus, zal het meer effect hebben. De moderne digitale camera’s hebben ook steeds minder last van UV-straling. Deze wordt al behoorlijk geblokkeerd door de sensor en het objectief.
Over het algemeen lopen de meningen nogal uiteen vwb het nut van een UV-filter.
Sommigen raden aan om de zonnekap als bescherming te zien. Het blijft een kwestie van gezond verstand en hoe voorzichtig ben je met je objectief.
Het reinigen van een UV-filter (stof, vingerafdrukken etc.) wordt vaak gezien als eenvoudiger dan reinigen van de frontlens.
Als alternatief voor een UV-filter is er ook een zgn. Clear-Filter.
Op grond van alle informatie die je op het internet kan vinden over UV-filters, kan ik niet tot een eensluidende conclusie komen om juist wel of niet een UV-filter te gebruiken tegen UV-licht en/of bescherming tegen schade aan het objectief.
Filters die meer hun nut bewezen hebben, zijn de volgende filters:

Polarisatiefilters

De huidige polarisatie filters die we gebruiken op digitale camera’s, ook wel CPOL-filter genoemd, zijn zgn. Circulaire POL-filters.
Het begrip Circulair komt voort uit het feit dat een lineair POL-filter problemen oplevert met het autofocus systeem.
Gebruik van het CPOL-filter:
Zoals je ziet aan het filter bestaat het filter uit twee ringen. De voorste ring dien je te draaien om het gewenste polarisatie effect te krijgen.
Het effect wat je uiteindelijk zal kunnen bereiken is wel afhankelijk van je onderwerp t.o.v. de zon. Het minste effect zal je hebben wanneer je met de zon in de rug fotografeert. Er is maar één manier om dit uit te vinden: Oefenen !!
De mate van invloed op polarisatie is richtinggevoelig dus afhankelijk hoe je ten opzichte van je onderwerp staat.
N.B. Overvloedig om te vertellen, maar voor het verkrijgen van het polarisatie effect, moet je wel aan het filter draaien totdat je het effect ziet door je zoeker.

Zijn er ook nadelen aan zo’n CPOL-filter: jazeker, maar niet onoverkomelijk.
Elk van de filters die hier beschreven worden, te weten, CPOL-filter, Grijsverloopfilter, Grijs filter en ND-fader nemen licht weg. Wees je daarvan bewust !!
Een ander fenomeen is wanneer je bijv. de ND-fader op heel donker zet, dat dit ook invloed zal hebben op het autofocus systeem. De camera zal problemen gaan krijgen met het scherpstellen vanwege het feit dat er nog maar heel weinig licht door het filter komt.
Een groot voordeel van een CPOL-filter is, dat je onnodige schitteringen eruit kan filteren en dat de kleuren intenser worden. Kijk vooral naar de lucht welk effect het heeft.

Grijs filter en/of ND-Fader filter

Een grijsfilter of ND-Fader filter wordt gebruikt in situaties waarin je te veel licht binnenkrijgt vanwege de lange sluitertijd om een bepaald effect te bereiken.
ND staat voor “Neutral Density”. Het filter mag wel een hoeveelheid licht tegenhouden, maar mag geen invloed hebben op de intensiteit van de kleuren.
Stel je voor je wilt een bewegend onderwerp fotograferen op een heldere dag met veel licht. Om de beweging goed te kunnen laten zien, heb je bijv. een sluitertijd nodig van 1/10 sec. Ook als je de ISO op 100 zet en je diafragma op f/22 kan het zijn dat je nog steeds een heel overbelichte foto krijgt. Om nu toch die foto te kunnen maken, maak je dus gebruik van een ND-Fader of Grijsfilter. Deze houdt namelijk het teveel aan licht tegen.
Zo is het ook mogelijk om een foto te maken van een leeg plein wat vol met mensen is.
De enige voorwaarde voor een écht leeg plein, is de alle mensen op het plein bewegen.
Zet de sluitertijd lekker lang, bijv. 1 minuut en de Fader op maximale verduistering of iets minder al naar gelang de intensiteit van het licht en je houdt een foto over zonder mensen. (zie ook de verdijntruc hieronder)
Grijsfilters zijn in er allerlei dichtheden of stops genaamd.
Elke fabrikant van filters heeft een andere notering om aan te geven welke grijsdichtheid ze hebben. Als voorbeeld de notering die B+W hanteert.
B+W ND 101 (+1 Stops), B+W ND 102 (+2 Stops), B+W ND 103 (+3 Stops), B+W ND 106 (+6 Stops), B+W ND 110 (+10 Stops)
Het grote voordeel van een ND-Fader is dat je traploos het aantal stops kunt instellen en niet steeds een ander grijsfilter erop hoeft te schroeven.
De grote verdwijn-truc – opnamen gemaakt door een cursist van de “Haal alles uit je camera” cursus op de praktijkmorgen in dit geval in Neerijnen. De linkse foto een lange sluitertijd gebruikt met ND-Fader op de rechtse foto een nog langere sluitertijd gebruikt en ben ik bijna verdwenen. Als de sluitertijd nog langer zou zijn, ben ik verdwenen.

Grad-Filter (grijs-verloop filter)

Grad staat voor Gradueel, wat betekent dat de overgangen van licht grijs naar donkerder grijs heel geleidelijk gaat.
Dit filter is ideaal voor Landschapsfotografie.
Wie kent niet het probleem dat als je een overzichtsfoto maakt van een landschap je een donkere ondergrond krijgt en een goed belichte lucht of andersom goed belichte ondergrond met overbelichte luchten.
Het grijsverloopfilter zorgt ervoor dat de scherpe contrasten tussen ondergrond en lucht in balans gebracht wordt en de lichtmeter wordt hier een beetje gefopt.
De bovenste helft van het filter is namelijk donkergrijs en de onderste helft is lichtgrijs.
Deze filters zijn te verkrijgen in verschillende uitvoeringen. Een gewoon filter die je op je objectief schroeft of een plaatje wat je in een houder schuift.
In principe is het zo dat je concessies zal moeten doen wanneer je iets voor een objectief schroeft. Om zo min mogelijk last te hebben van een filter qua lichtinval of verkleuring, of vertekening, zorg dan voor een zo hoog mogelijke kwaliteit van het filter.
Waar moet je zoal op letten bij aanschaf van een filter:
- dikte van het glas en metalen vatting i.v.m. vignettering (donkere hoeken)
- coating van het glas – ivm kleurvervorming
- sterkte van het glas
- filtermaat (staat veelal voorop het objectief)
Kijk goed naar de specificaties van een filter of vraag deskundig advies voordat je overgaat tot de koop van een filter.

Heel veel succes met je filters en maak er mooie creatieve foto’s mee !!

https://www.fotosemeins.nl/info/Blogs/Waarom_filters